Gemeentebesturen worden in de komende jaren verantwoordelijk voor het goedkeuren van nieuwe windmolens. De sector vreest dat Vlaanderen daardoor zijn klimaatdoelstellingen niet zal halen, omdat de lokale besturen heel gevoelig zijn voor verzuchtingen van buurtbewoners.

"Er worden in Vlaanderen elk jaar dertig à veertig vergunningen afgeleverd om nieuwe windmolens te bouwen. Als we de Europese klimaatdoelstellingen willen halen, moeten dat er vijftig worden", zegt Bart Bode, directeur van de Vlaamse Windenergie Associatie. "De Europese Commissie wil namelijk dat we tegen 2030 liefst 24% van onze energie uit hernieuwbare bronnen halen. Nu zitten we aan amper 11 à 12%."

Bode vreest dat het heel moeilijk wordt om een tandje bij te steken. Gemeentes zullen in de komende jaren namelijk mogen beslissen of er op hun grondgebied een nieuwe windmolen komt of niet. Dat heeft de Vlaamse regering beslist in het regeerakkoord. Vandaag ligt die bevoegdheid nog bij de provincies.

"Als de gemeentes bevoegd worden voor het vergunnen van windmolens, zullen er meer beroepsprocedures zijn", zegt Bart Bode. "Dat komt omdat actiegroepen dan eerst de vergunning bij de gemeente kunnen aanvechten, daarna – als ze de eerste keer geen gelijk krijgen – bij de provincie en achteraf eventueel nog eens bij het Vlaams Gewest. Nu kunnen ze de beslissing alleen aanvechten bij de provincie en daarna bij het Vlaams Gewest."

Strenge geluidsnormen

Ook Stephan Windels, directeur van windmolenbouwer Eoly, dat volledig eigendom is van de Colruyt Groep, vreest dat het moeilijker wordt om vergunningen voor nieuwe windmolens te krijgen. "Lokale overheden zijn heel gevoelig voor de verzuchtingen van de inwoners", zegt Windels.

"Maar die mensen laten zich vaak angst aanpraten door actiegroepen die niet eens uit de regio komen. Bijna elke keer als we een windmolen willen bouwen, krijgen we met veel tegenstand te maken.

Soms krijgen we bezwaren van mensen die op twintig à dertig kilometer wonen van de plaats waar we een windmolen willen bouwen. Veel mensen denken dat ze last zullen hebben van het geluid van windmolens. Maar dat is niet zo. Er zijn strenge geluidsnormen."

Een windmolen mag in een woongebied overdag niet meer lawaai maken dan 44 decibel. "Dat is even luid als een gewoon telefoongesprek", zegt Bart Bode. "En 's nachts mag een windmolen niet meer lawaai maken dan 39 decibel. Een windmolen mag ook maximaal acht uur per jaar slagschaduw afgeven en maximaal een half uur per dag."

Volgens Stephan Windels draaien veel ongeruste buurtbewoners bij als de windmolens er een tijdje staan. "We hebben mensen geïnterviewd die hevig actie hebben gevoerd tegen de komst van windmolens. Twee jaar nadat ze er stonden, gaven ze toe dat hun angst onterecht was en dat ze geen geluidsoverlast hadden", zegt Windels.

Zelf verdienen aan windmolens

Wat moet er dan gebeuren om mensen en gemeentebesturen toch te overtuigen om meer windmolens toe te laten? "De gemeentebesturen moeten duidelijk bepalen op welke plaatsen de windmolens mogen komen", zegt Vlaams Parlementslid Koen Van den Heuvel (CD&V), die het Vlaamse regeerakkoord mee heeft onderhandeld. Hij is ook burgemeester van Puurs-Sint-Amands.

"Er zijn acht windmolens in onze gemeente", zegt Van den Heuvel. "Die staan telkens langs een gewestweg of in industriële assen. Als je duidelijk bepaalt waar windmolens mogen komen, is er achteraf minder discussie. En je moet de bevolking ook laten profiteren van de winsten van die molens. Bijvoorbeeld door lokale bedrijven er van elektriciteit mee te voorzien of door burgers te laten delen in de winst."

Dat laatste principe past Eoly sinds kort toe. "We laten de mensen nu bij elke windmolen die we bouwen, delen in de opbrengst. Daarmee willen we het draagvlak voor windmolens vergroten", zegt Stephan Windels.

"We hebben dat twee jaar geleden voor het eerst gedaan, toen we in Halle een nieuwe windmolen hebben gebouwd. Iedere burger kon minimaal 250 euro en maximaal 5.000 euro investeren. Het rendement voor de beleggers ligt op 4 à 5% bruto per jaar (daar moet 30% roerende voorheffing van worden afgetrokken, maar de eerste 800 euro dividenden per jaar van al uw beleggingen samen is vrijgesteld, red.). Na zes weken hadden we bij buurtbewoners en andere beleggers ruim 4 miljoen euro opgehaald en was de windmolen betaald."

Succes in de Antwerpse haven

Ook in de Antwerpse haven wordt die tactiek toegepast. De coöperatie Wind voor A laat burgers beleggen in bestaande windmolens op de rechteroever. "Er hebben al 1.350 mensen op ingetekend", zegt David Daggelinckx, directeur van Vleemo, de maatschappij die windmolens op de rechteroever bouwt.

Beleggers kunnen 125 tot 3.000 euro investeren. De opbrengst ligt rond de 3% bruto per jaar. "Tegen 15 november zullen we onze beoogde 3,5 miljoen euro hebben opgehaald", zegt Daggelinckx.

Parkwind, een bedrijf dat investeert in windmolens op zee, heeft sinds juli al meer dan 8 miljoen euro bij meer dan vierduizend Belgen opgehaald. De opbrengst varieert van 3,83% tot 4,66% bruto per jaar, afhankelijk van de hoeveelheid wind die er is.

"Als de bevolking niet alleen de eventuele lasten, maar ook de lusten van een windmolen krijgt, zal het draagvlak steeds groter worden", zegt Koen Van den Heuvel.

"Ik ben dus niet zo pessimistisch over de toekomst van de windmolens. Je mag de volwassenheid van lokale besturen niet onderschatten. We weten dat we met zijn allen iets aan de klimaatopwarming moeten doen. Windmolens hebben daar een belangrijk aandeel in."

Bron GVA - 29/10/19 - dit artikel werd gereproduceerd met toestemming van de uitgever, alle rechten voorbehouden – Nnieuws  License2Publish